De Amerikaanse rapper Nelly heeft grote financiële problemen. Zijn fans proberen hem te helpen, door zijn muziek te streamen. Of het helpt, is de vraag: het levert Nelly amper een halve cent per afgespeeld liedje op.
“I feel like a millionaire / Whenever she comes around.”
Het laatste nummer van Nelly, dat hij maakte met de producersgroep Cash Cash, gaat zeker niet over de Amerikaanse belastingdienst. Daar heeft de rapper namelijk nog een rekening van ruim 2,4 miljoen dollar openstaan. Ook de belastingdienst van de staat Missouri krijgt nog bijna anderhalve ton.
Zijn fans proberen de rapper te helpen door zijn muziek te streamen. Voor elk afgespeeld nummer krijgt Nelly namelijk een (heel klein) bedrag op zijn bankrekening bijgeschreven, en zijn fans hopen zo veel nummers af te spelen dat hij uit de problemen komt.
Streamen voor Nelly
De hashtag #hotinherrestreamingparty gaat al een paar dagen over het web. Daarmee proberen fans elkaar aan te sporen om Nelly’s grootste hit, Hot in Herre, af te spelen op bijvoorbeeld Spotify, Google Play of Apple Music.
Het is te hopen dat Nelly's fans geen genoeg van zijn muziek kunnen krijgen, want de rapper krijgt nog geen cent voor elk afgespeeld nummer. Bij Spotify krijgt een artiest bijvoorbeeld 0,5 tot 0,7 eurocent als iemand een liedje heeft afgespeeld. Dat zou willen zeggen dat Nelly's fans zo'n 350 miljoen keer Hot in Herre moeten draaien.
Bij Google Play liggen de bedragen ongeveer gelijk: zij betalen zo'n 0,6 cent. Bij Apple Music zou Nelly nog slechter boeren: een halve cent per stream, wat wil zeggen dat er 427 miljoen liedjes moeten worden afgespeeld.
Nelly probeert nu met de overheid tot een akkoord te komen. Het is te hopen dat het zo ver komt, want de overheid heeft het recht om al zijn bezittingen te verkopen, als hij niet betaalt. Hij zou dan bijvoorbeeld zijn platina grill met ingelegde blauwe diamanten moeten inleveren.
glitter, gold, misc, grill, nelly, grillz #gif #trendingGIF #meme pic.twitter.com/NkS98rSf3j
— Trending GIF (@trending_gif) 14 september 2016
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl